(Dit stukje past niet in het rijtje van) Heren 1 verslagen


Eindelijk was het zover. Dinsdag 16 februari 2016. Voor de inhaalwedstrijd uit tegen BAS H1 werd de gelegenheid aangegrepen om onze trainingspakken om te ruilen. Sinds Heren 1 en 2 dit seizoen nieuwe trainingspakken hebben gekregen, is Maria druk bezig geweest om de “oude” pakken te strijken (zag er keurig uit Maria). Maar wat is oud, zelfs het jongste selectielid (H3 en H4 acteren dit seizoen in dezelfde klasse, hebben dezelfde trainer (Rik), en hebben een gezamenlijke groepsapp, en de wedstrijdspelers worden – met een lichte neiging naar de oorspronkelijke teamindeling – op het wedsstrijdformulier gezet, waardoor we tot nu toe dit seizoen al met 27 verschillende basis opstellingen het veld hebben betreden, en we eigenlijk wel kunnen zeggen dat ook wij selectiespelers zijn, en daar hoort dan ook een representatief trainingspak bij) is meer dan 3x zo oud als deze pakken.

 

Nadat twee weken geleden H4 hun oude trainingspakken konden inruilen voor de shiny exemplaren die van H2 waren geweest (ze lijken daarmee al helemaal klaar voor het themafeest waarmee het seizoen op 16 april gaat worden afgesloten), was het deze avond de beurt aan H3. Van de beoogde ordinaire pas-sessie in de lobby van ons Kulturhus kon het 😥  niet komen, Blijkbaar was het personeel op de hoogte gebracht van deze flashmob, en hebben ze in allerijl een speedddate avond georganiseerd (onder de voor het thuisfront meer welluidende naam: Beursvloer) waarin Elburger verenigingen elkaar konden leren kennen om samenwerkingsverbanden aan te gaan.

Tussen de vele middenstanders liepen ook twee jonge dames rond (D. en B.; @Ferdinand: om privacy redenen laat ik het hier bij hun initialen), met het in hun geval tegenstrijdige bordje “Museum Elburg” opgespeld. Mijn inschatting: (1) zij vertegenwoordigen daar waarschijnlijk de moderne kunst, in een museum dat verder haar bezoekers vooral trekt vanwege de historische stukken die beter aansluiten bij hoe het grote publiek Elburg ziet (en elke keer met #kidv blijkt dat dat Elburgers zich daar prettig bij voelen); (2) ze hebben het die avond heel druk gehad met speed daten.

Wij konden nog net koffie bestellen (er zat geen cake bij, dus wij moesten “ónze speed” die avond ergens anders uit halen), en zijn toen naar “de oude kantine” uitgeweken, waar Alie zich vorig jaar nog een slag in de rondte aan het breien was, om het een beetje warmer te krijgen. Ze was toen zó veel aan het breien, dat schapen op de gehele Veluwe nog steeds getraumatiseerd zijn, en schichtig om zich heen kijken, omdat ze vorig jaar al vóór half februari hun wol kwijt waren. Het anonieme was er toen op Valentijnsdag 2015 wel af.

In “de oude kantine” bleek dat we konden kiezen uit 3 maten. We waren ingesteld op L, XL en Henoch. Maar Wim verraste ons met een assortiment aan maataanduidingen die meer weg leken te hebben van de leeftijden van de oudere H1-spelers (al ging dát dan net niét tot Henoch J). We pasten dus de pakken maar aan, volgens een oude Straatman-uitspraak: het blijft een gok. Deze uitspraak werd –niet ver na de laatste millenniumwisseling – binnen EVV historisch. We speelden met het toenmalige H2 een uitwedstrijd in Nijeveen, o.a. met René Baanders en Rik Straatman in de gelederen. in die jaren was Rik in het veld een stuk minder rustig dan zijn rustige voorkomen nu doet vermoeden. Dat kun je kort samenvatten als: er zit één knop op, aan of uit. Bijvoorbeeld tijdens het buitenvolleybaltoernooi had je het als tegenstander van Rik (en o.a. zijn broer Wilfred) dan niet gemakkelijk. Als je ze op de één van de eerste twee avonden in de poule tegenkwam, kon je hooguit tweede worden. Dat dit ons ook lukte, kwam door niet door een hele uitgebreide (hier komt Alie’s hobby weer even om de hoek kijken) analyse,  maar meer door een spreekwoord uit de Franse les: laissez faire, laissez passer. Bij elke rally die met name door Rik werd afgerond, was het een kwestie van de bal ontwijken en de natuurkundewetten hun werk te laten doen. Als de bal via de grond al niet in een baan om het tennispark kwam, dan rolde deze in ieder geval wel in de bosjes die daar voor waren aangelegd (dit was nog voor de huidige busbaan daar lag). Met zinnen als “ik kan ‘m niet zo snel vinden”, “waar ligt ie dan”, “help dan zelf even zoeken” creëerden we een tijdsafstand tussen opeenvolgende punten, en zo distantieerden wij ons qua doelsaldo van de nummers 3 en 4.

het is een gok

Ook in de competitie stond Rik altijd “aan”, en als hij weer eens een aanval mooi kort had binnen gehamerd, dan nam hij even “de moeite” om onder het net door te lopen, om met een virtueel kruis de plaats te markeren waar de bal in de grond was verdwenen. Op die avond in Nijeveen had één van de tegenstanders (achteraf gezien kan dit trouwens ook een instructie van de zaalbeheerder geweest zijn) de pech dat hij binnen één set twee keer de inslag van zo’n kanonskogel in de grond wist te voorkomen door zijn gezicht in de baan van het schot te plaatsen. Respect dat hij na de eerste keer nog opstond (in die tijd was volleybal nog een echte mannensport), maar na de tweede keer moest hij met een flinke bloedneus plaats nemen op de bank. Of Rik hierdoor toch enigszins van slag was geraakt, of dat het kwam omdat de gehavende neus werkte als een rode lap op een stier, we zullen het nooit weten, maar feit is dat Rik bij de eerstvolgende aanval de bal voor het eerst dat seizoen niet binnen de lijnen sloeg, maar opnieuw tegen de neus van dezelfde speler. Nog net bij zijn positieven gaven we de aangeslagen speler (is hier ook het woord k-neus ontstaan?) toen het volgende advies: “je kunt wel in de buurt van het veld blijven, maar het is en blijft een gok”.

 

broek

De juiste maat van de trainingspakken was sneller gevonden dan ik het voorgaande kon schrijven. Bij het passen bleek wel dat er twee meningen waren over de trainingspakken: de oudgedienden vonden ze heerlijk zitten, maar enkele jonkies hadden dat gevoel er minder mee. Met name Pim gaf aan het laaghangende kruis in de broek niet prettig te vinden. Van één van de weinige potentiële hangbroekjongeren in ons team kwam deze uitspraak als een totale verrassing. Nu kunnen we natuurlijk een verklaring zoeken voor het (in ieder geval als zodanig door Pim ervaren) laaghangende kruis, en het feit dat deze broeken jarenlang aan H1 hebben toebehoord, maar de redactie wil dat dit een net stukje blijft, dus met die gedachte mogen jullie zelf aan de haal. Hebben we Pim net – na anderhalf jaar aandringen – zover gekregen dat hij het wasvoorschriftflapje van zijn rechter kniebeschermer heeft afgehaald, hebben we dit er voor in de plaats gekregen.

 

Sjakie

Ik had het nieuwe trainingspak aan, en droomde even weg: stel dat deze trainingspakken voor ons zouden kunnen werken als “de wondersloffen” van Voltreffer Vick (hé, ik heb die naam ook niet bedacht) voor één van mijn vroegere striphelden Sjakie: hoe mooi zou het zijn als we door die pakken evengoed zouden gaan spelen als de selectiespelers die H1 gebracht hebben tot waar ze nu staan. Stel dat we zouden kunnen: spel verdelen als Wouter, buitenaanvallen als Henrico, middenaanvallen als Henoch, driemeter aanvallen  als Robert, of libero-en als Herjan (al is die tegenwoordig meer met andere luiers bezig, die hij misschien ook wel graag zou willen door-passen), om maar wat voorbeelden te noemen. Het zou dan trouwens wel erg handig, zo niet essentieel, zijn als we het goede trainingspak weten te vinden bij de positie waar we spelen, want anders zouden de zichtbaar toegenomen kwaliteiten ook juist in ons nadeel kunnen gaan werken (iemand met het pak van Henoch die gaat  spelverdelen, dat zou  dan dubbel tegen je kunnen gaan werken, om maar wat te noemen). Voordat dit wegmijmeren een echte nachtmerrie kon worden werd ik wreed gewekt door de bel van de volgende speed date ronde. Het is mooi als je kunt dromen, maar het is ook goed als je weer wakker wordt  😀

Gestoken in de nieuwe trainingspakken reden we met twee auto’s de polder in naar onze wedstrijd. Gerrit zou in de loop van de eerste set aansluiten i.v.m. ouderavond. We hebben niemand in het team die in de polder de post wel eens heeft rond gebracht, maar onze ervaring en aloude richtingsgevoel bracht ons binnen een half uur bij een sporthal. Het is dan altijd wel altijd even afwachten of je in de goede sporthal staat: de sporthallen van Biddinghuizen en Swifterbant zijn zo identiek, dat je pas als je in het veld staat, aan de aanwezigheid en de shirts van de tegenstander kunt herkennen of je in de goede sporthal verzeild (= vissersterm van voor de inpoldering) bent geraakt. Ik vraag me trouwens af of er economische redenen ten grondslag liggen aan de gelijkheid van deze sporthallen, dan wel dat de architect de papieren en zijn fantasie ergens in het land van Lely is kwijt geraakt.

Anyway, wij hadden blijkbaar de goede afslag genomen, en toen we verse deo onder de oksels hadden gespoten (volgens een oud bijgeloof), konden we om 20 uur beginnen met de wedstrijd tegen BAS H1.

Naar goed gebruik van de laatste jaren op de site, kan ik over de wedstrijd kort zijn: onder het toeziende oog van John Kambeel verloren we de eerste set, en wonnen we de volgende drie. En zo werd Bas H1 verslagen. Zelfs de gescoorde punten leken geheel volgens de prognose te verlopen.

De enige consternatie die tijdens de wedstrijd plaats vond, was toen Bas (laten we de specifieke speler voor het gemak maar even zo noemen) in de derde set via een driemeter aanval over de lijn-in-kwestie leek te struikelen, en op miraculeuze wijze in het net belandde. De bovenkanten van beide palen kwamen daarbij wat naar binnen, waardoor scheidsrechtster Spoelstra, van wie de stoel aan één van die palen vast zat, voor een moment veel dichter op het veld zat, en dus alles heel helder kon zien. Toen wij dan ook hardop opmerkten dat er zojuist een netfout had plaats gevonden, zei ze – nog natrillend op de stoel – dat ze dat toch echt zelf ook wel had gezien. Daar was geen woord tegen in te brengen. We waren nadien dan ook iets meer terughoudend in onze goedbedoelde aanwijzingen.

Tijdens de wedstrijd werd duidelijk dat Pim zijn stagetijd in Frankrijk goed heeft besteed. We zagen al eens beelden van één van zijn bezoekjes aan de 1 Avenue Pierre de Coubertin in Cannes, alwaar hij de training heeft bijgehouden bij Racing Club de Cannes. Met name zijn aanval verliep tegen Bas zo soepel, dat “de Franse slag” ineens een heel andere betekenis krijgt. Als er al sprake is van “wonder trainingspakken”, dan heeft Pim waarschijnlijk het pak van Daniël. En in dat geval heeft Sander op zeker het pak van Robert gekregen, want hij wist deze avond van onze driemeter ook een echt scorende aanval te maken.

Na de gewonnen wedstrijd werd er onder de douche weer luidkeels Deo (Harry Belafonte) en Hallelujah (Leonard Cohen) gezongen. Aan de andere kant van de IJssel was Jeroen Blaas op dat moment met zijn koor een wat serieuzer concert aan het geven. Deze wetenschap maakte duidelijk dat onze teamgeest op zulke momenten echt grenzeloos groot kan zijn.

We zegen nog even neer aan onze stamtafel in het Koetshuis.

Daar bestelden we wat drinken, en de traditionele teamschaal. We zijn dit seizoen begonnen met een sportkantine teamschaal-vergelijkend warenonderzoek, en voorlopig bezet Het Koetshuis de tweede plaats, (door de iets minder krokante twisterfrites) op korte afstand achter Het Baken in Zeewolde.

 

teamschaal_Bas

Grappig detail is dat mevrouw Spoelstra, eerder scheidsrechtster in dit stukje, nu achter de bar stond te tappen, in de keuken onze teamschaal stond te bereiden, ook nog even aan onze kant van de bar sfeer en bier kwam proeven, en het zou me niet verbazen als ze de administratie en schoonmaak van het pand ook nog die avond voor sluitingstijd heeft weten af te ronden. Een echt polder-roll-model !

Dat hebben wij overigens niet meer afgewacht, voor 22:30 reden we de gemeente Elburg weer binnen. Op de terugweg ontstond dit verhaal, ik hoefde het alleen nog maar op te schrijven vóór de volgende wedstrijd. Zou ik dan toch het pak van Henoch hebben gekregen?

Contact opnemen met de webmaster