Het zat er natuurlijk al een tijdje aan te komen, maar nu lijkt het eindelijk zo ver. Het sprookje van Heren 1 gaat uit als de spreekwoordelijke nachtkaars. Niets is er nog over van de frisse, herkenbare verzameling prutsers waarmee iedereen zich kon identificeren: “Die gasten kunnen niks, zelfs ik ben beter!”, “Kijk, die nummer 2 nou, die springt niet en duikt ook niet. Kan zo bij ons meedoen”, “Mama, waarom heeft die ene meneer de hele tijd een bal onder zijn shirt?”. Vroeger – toen de wedstrijdformulieren nog van steen waren – baarden wij opzien door opzichtig weg te duiken voor te hard geslagen aanvallen, hard te juichen als een medespeler werd afgeblokt en scheidsrechters uit te nodigen om teamgenoten een gele of rode kaart te geven. Anno 2018 is Heren 1 verworden tot een saaie eerstedivisieploeg, een grijze muis of – zoals ze in Hoogeveen zeggen – een middenmoter.
Middenmoter zijn is niet echt leuk. Middenmoters winnen ongeveer even vaak als ze verliezen. Ze maken geen series. Ze bieden geen spektakel. Ze zorgen voor een goede nachtrust, zonder nachtmerries of natte dromen. Middenmoters verschijnen niet in de Vizier op Volleybal Weekend Top 10. Zelfs niet als er maar 7 wedstrijden worden gespeeld.
Tegen middenmoters spelen is zo mogelijk nog vervelender. Niemand krijgt een goed gevoel van een overwinning op een middenmoter. Maar verliezen van een middenmoter doet pijn, omdat het nooit nodig is en er altijd kansen op meer lagen. Verliezen van een middenmoter ligt namelijk altijd aan jezelf. Afgelopen zaterdag werd dit op RTV Drenthe nog eens treffend verwoord door de Drentse poëet D. Luider, tevens parttime-coach en -lijnrechter van Olhaco.
In de eerste divisie A vinden we bijna geen middenmoters meer. Deze poule is vooral een vergaarbak van ploegen die blij zijn dat ze als pas gepromoveerd team goed meedraaien in de competitie. En dat geeft natuurlijk heel veel enthousiasme. Geen wonder dat het publiek in Horst, Sneek, Woudenberg, Ootmarsum, Utrecht en niet te vergeten Doetinchem op de banken staat. Daarnaast zijn er diverse teams die zoveel wisselingen hebben ondergaan dat zij blij zijn dat ze überhaupt meedraaien in een competitie. Sporthallen in Schalkhaar, Wageningen, Hoogeveen en Soest zinderen daardoor weer van de positieve energie. Naast Heren 1 kent deze competitie eigenlijk maar één andere middenmoter: Keistad. Die ploeg doet echter zijn best om zich aan deze status te ontworstelen door net iets meer te winnen dan te verliezen. En bereidt zich voor op een rol als middenmoter in de Topdivisie komend seizoen.
En daarmee hebben we toch weer een bijzondere positie in handen. Als enige middenmoter zijn we uniek. Saai is het nieuwe hip en grijs blijkt opeens een geinige kleur. Zoals een groot denker ooit zei: “Vanzelfsprekendheid is zowel een vloek als een zegen”. Gewapend met deze inzichten hopen we vanmiddag onze favorietenrol in de uitwedstrijd tegen de sympathieke Utrechtse koploper Protos waar te kunnen maken.
Dat moeten we helaas doen zonder Remco, want die heeft meer ambitie dan de middenmoot. En kiest daarom voor voortzetting van zijn carrière bij VVH. Veel succes in Harlingen, jongen! Verder zijn de voortekenen goed, want de beheerder van de doorgaans Hete Hel van Protos bleek deze week vergeten zijn energierekening te betalen. En laten wij nou al jaren trainen in Siberische temperaturen…
En mochten we toch verliezen?? Geen De Man overboord, we zijn tenslotte middenmoter…