Hallo Marieke,
Schrik niet…nu eens een verhaaltje van mij. Niet van Henoch of van Tom. Zij hebben die taak voor deze week met behulp van wat groepsdruk op mijn schouders weten te leggen. Nu weet ik dat een verslag van mij, jou een blos op de wangen doet toveren.
Nu zie ik je naar de titel kijken en denken…’zo ken ik hem niet uit’. Dat klopt, Marieke. De titel slaat op de jongens in het team. Al jaren draaien wij als een grijze muis mee in de middenmoot van de eerste divisie. We winnen wat en we verliezen wat. Behalve in de beker. Ook dit jaar stonden we weer bij de finale. Ik moet zeggen ik zou daar niet misstaan tussen al die haantjes. (nee, niet Harro of Alfred)
Maar wie kent ons nu? Dat kleine clubje uit Emmeloord met die korte naam EVV. We hebben zelfs om te voorkomen dat we opvallen met onze korte naam, deze laten verlengen naar EVV – Bultman Hartolt net als de andere teams. Ruim binnen onze comfortzone hebben we zo jaren kunnen acteren. Tot onlangs. We hadden sinds de kerst niet meer verloren, Marieke. Schrijvers van andere teams refereerden aan onze verslagen. Zelfs bij Vizier-op-Volleybal (VoV) ontdekten ze dat we eigenlijk uit Elburg kwamen en dat we bezig waren met een winning streak. We stonden niet meer in de kantlijn.
Op de vierde plek, (h)erkend door schrijvende media en fotosessies bij drogisterijen. Je zag aan de jongens dat ze moeite hadden met omgaan met status en roem. Drank, dates en seks tierden welig. De huidige generatie draagt de status en roem niet zo waardig als wij, Marieke.
In deze hautaine gemoedstoestand begonnen de jongens en ik aan de wedstrijd tegen Scylla. Dat zo’n gemoedstoestand je kan tegenwerken, bleek uit de eerste set. De ene foute service na de andere. Die van mij was natuurlijk te verklaren doordat er ergens in het Huiken op moment van serveren een deur werd opengezet. Een klassieke truc. Sinds 2000 niet meer toegepast. Totaal niet uit het veld geslagen stapte ik waardig het veld in en organiseerde de pass lijn. In deze set was het team matig en rendeerde ik op gebruikelijk niveau. Jammer dat de jongens verloren met 23-25…lag niet aan mij.
De tweede en derde set pakten we met ruime cijfers en de overwinning lag wederom in het verschiet. Met mijn toekomstig schoondochter en een ver, ver familielid op de bank zag ik tevreden dat ik het team weer op de rails had gezet. Mijn verdienste.
De jongens zagen de kop op VoV en ik de verschrikte kop van Eric Sprokkereef al weer. Wat kost zo’n topdivisie eigenlijk wel niet?! De roem steeg hun weer naar het hoofd en in de vierde set ging het weer mis met de jongens. Wat doe je in zo’n situatie dan, Marieke? Je kijkt eens opzij en ziet de bekende vragende blik van Harry. ..‘Ja trainer, ik begrijp het. De jongens moeten op eigen benen staan en hier van leren’. Ik offer me wel op. Er moet iets gebeuren. Ik wissel mezelf en geef het team de kans om te groeien. ‘Hier ben ik niet te min voor, Marieke’.
De vijfde set kwamen we terug na een achterstand. Boven de tien punten kwam Harry met tips over dan weer links blokkeren en dan weer rechts. Het leek erop dat we weer gingen winnen. Op 13-14 neem ik weer mijn verantwoordelijkheid als bijna team-oudste. Ik kijk Wouter aan en zeg hem mij de setup te geven. Met volle overtuiging sla ik de bal uit om tevreden te concluderen dat de jongens weer met beide benen op de grond staan. Ze staan weer in de kantlijn, waar ze horen. ‘Bescheidenheid siert de mens, Marieke.’
Begrip voor mijn rol kreeg ik direct na de wedstrijd toen mijn lieve vrouw tegen me zei: ‘Ach, als dan toch iemand het verliezende punt moet maken, dan jij maar…’
Komende zaterdag gaan we naar Woudenberg om een nieuwe nederlaag op te halen. Daar zijn geen emoties en wordt niet gelachen. Een uitstekende omgeving voor mij om weer te excelleren en te shinen.
Het volgende verslag is weer korter en gewoon van Henoch of Tom hoor, maar ik moet zeggen: ‘ik heb zelf wel lekker getypt.’
Aldus Henrico Clooney.