Zaterdag 1 februari stond voor Heren 1 in het teken van het
jaarlijkse weerzien met de vrienden van Auto van Oort/Rebelle. Al sinds mensenheugenis
– een jaar of vier dus- kruisen we de degens met de mannen uit Dieren. En dat
leidt meestal tot interessante potjes. Vooral thuis, want dan winnen we nog wel
eens. Dat leek er dit seizoen niet in te zitten, want Rebelle zetelt
comfortabel in de middenmoot, terwijl wij in de onderste regionen spartelen. Dit
seizoen hadden we in de bekercompetitie en in de uitwedstrijd al twee keer klop van ze gehad, dus de voortekenen waren niet bepaald gunstig.
Maar ja, gespeeld moest er toch worden van de Nevobo.
Warming-up weer later begonnen dan de tegenstander, inslaan ruim verloren;
kortom het bekende ritueel. Het enige wapenfeit dat Rebelle enigszins van zijn
stuk leek te brengen was de uitstekende service, inclusief vang- en gooibal, van
ons Talent van de Week Annelien van Esterik. De mannen uit Dieren waren daarvan zelfs zo
van slag dat zij het nodig vonden om enkele momenten later al bij de
allereerste beslissing van de scheidsrechter fel te protesteren. En dat – en laat
dit een les zijn voor alle lieve lezers! – bleek uiterst onverstandig. De
scheidsrechter bleef uiteraard bij zijn waarneming, maar verloor al vroeg in de
wedstrijd de sympathie voor de bezoekende ploeg. Nadat de set op gang gekomen
was bleek Rebelle overigens ook best aardig te kunnen volleyballen. Iets beter
dan wij zelfs. Dat hadden wij al verwacht en de moed zonk ons langzaam weer in
de volleybalkicksen. Maar niet bij iedereen. Nee, één persoon bood dapper
weerstand aan de neerdalende mismoedigheid en bleef zo enthousiast als Willem-Alexander
bij een Nederlandse schaatsmedaille…en dat was Annelien. Hoe dom wij de bal ook
lieten vallen, mejuffrouw Van Esterik bleef stralend naar de tribune zwaaien.
Kregen we in de time-out weer onderuit de zak van Peter? Annelien stapte blij
midden in de kring om de teamyell mee te schreeuwen. Wij begonnen er zowaar
zelf ook plezier in te krijgen en kwamen nog dicht in de buurt van Rebelle.
Niet dicht genoeg, want zij wonnen de set met 22-25. Toch voelden we dat er wel
wat te halen moest zijn en we besloten om ons tactisch plan te blijven
uitvoeren. Alle services op hun belangrijkste aanvaller en maar kijken of hij dan
nog steeds zo goed kon aanvallen. Nou, dat bleek nog niet zo eenvoudig. Onze
service bracht de Rebel danig in problemen en bij vlagen klonk het onmiskenbare
geluid van de ouderwetse kets door ’t Huiken. Het spreekt vanzelf dat wij steeds
meer plezier in het spelletje kregen. En Rebelle niet. Ook de scheidsrechter kreeg
het steeds drukker, want elke beslissing in het nadeel van de bezoekers diende
te worden toegelicht. Met een keurige ketser eindigde de tweede set in stijl en
in ons voordeel (25-22).
Toen de kruitdampen waren opgetrokken, bleken we de derde
set ook meteen met een 1-0 voorsprong te mogen beginnen. De frustratie over het setverlies
was bij een van de Rebelle-spelers dermate groot dat hij het nodig vond om de –
door Paperclip Design gesponsorde – bal hard naar lijnrechter Niek te gooien. De
scheids schatte deze actie op waarde en toonde de rode kaart. Daarmee was het
venijn bij Rebelle ook wel op. Want afgezien van een aantal oprispingen jegens
het arbitrale duo, staken de Dierenaren weinig energie meer in de wedstrijd. Bij
ons was de spirit juist weer terug en onder aanvoering van Herjan, die de verdediging
in het achterveld prima leidde, Remco die het spel uitstekend verdeelde, Sjoerd die er een paar balletje injakkerde en natuurlijk Annelien die
bleef stralen wonnen we de laatste twee sets met overtuigende cijfers: 25-18 en
25-11.
En zo konden we op basis van enthousiasme weer vier welkome
punten bijschrijven. Omdat ook de concurrentie onderin punten pakte, blijft de
strijd tegen degradatie ontzettend spannend. Zaterdag 15 februari spelen we uit
tegen nummer 2 Orion. Als we het enthousiasme en vertrouwen van de wedstrijd
tegen Rebelle kunnen vasthouden, zijn zelfs daar misschien punten te snoepen.
Maarja, da’s een uitwedstrijd, zonder Annelien en zonder Niek, dus dat zal wel niks worden…